Interview Albert Alberts (KPN) en Vincent van der Klaauw (Gasunie)
DevNetNoord is een initiatief van medewerkers van Microsoft, KPN, Gasunie en Quintor. Het is een platform voor en door .Net developers in Noord-Nederland. Vanuit welke achtergrond is het idee voor devNetNoord nu precies ontstaan? En wat mogen deelnemers verwachten?
Quintor is actief op het gebied van .Net softwareontwikkeling en beschikt over een uitgebreide .Net ontwikkelstraat, gebaseerd op onder andere Team Foundation Server 2010. En ook is enige tijd geleden het platform devNetNoord opgericht. Het begon toen Chief Technical Officer René Boere, tijdens een meeting over het invoeren van Agile, in gesprek raakte met Albert Alberts, software architect bij KPN, en Marco van der Steijle, binnen Microsoft Nederland verantwoordelijk voor Solution Sales Development. René vertelde over de university sessies die Quintor voor Java professionals organiseert. Over het enthousiasme, de kennisdeling en de waardevolle contacten die de bijeenkomsten met zich mee brachten. ‘En dat is nu precies wat wij als Noord-Nederlandse .Net developers missen’, reageerde Albert. ‘Voor dergelijke evenementen zijn wij doorgaans aangewezen op de Randstad. En dat terwijl er in het Noorden een relatief groot aantal .Net projecten plaatsvindt. Het zou mooi zijn wanneer hier voor de ontwikkelaars een soort van platform zou komen. Als we er nu eens samen de schouders onder zouden zetten?’ Een uitstekend idee, vond René. De eerste aanzet voor devNetNoord was een feit.
Praktijkverhalen
Het idee kreeg pas echt gestalte na een ontmoeting tussen Marco van der Steijle en Vincent van der Klaauw. Vincent is teammanager op de IT-afdeling van Gasunie en, net als zijn voormalige KPN-collega Albert Alberts, nauw betrokken bij ontwikkelingen op het gebied van .Net technologie. Hij was blij verrast toen Marco verhaalde over een mogelijk platform voor .Net developers in Noord-Nederland. ‘Geweldig, moeten we doen’, zei Vincent. ‘Bij Gasunie beschikken we bovendien over een prachtige locatie voor dergelijke sessies. ‘Wat volgde was een intensieve brainstormsessie waarin de te volgen koers werd uitgezet. Vooraf was duidelijk dat de events moesten worden gericht op developers met een grote interesse in .Net technologie, architecturen en het laatste nieuws van Microsoft. Met als doel om het kennisniveau van Noord-Nederlandse developers naar een nog hoger niveau te tillen. ‘Maar dan wel op basis van praktijkverhalen’, benadrukt Vincent. ‘Dus geen theoretische verhandelingen, die lees je maar in een boek of op een blog. We hebben daarom uitsluitend contact gezocht met sprekers die ook daadwerkelijk iets met .Net gedaan hebben. En dat bovenal op een aansprekende manier kunnen laten zien. Zodat de ontwikkelaars de opgedane kennis direct kunnen toepassen in hun dagelijks werk.’
Katalysator
Inmiddels zijn er door devNetNoord, waarin ook Hans Duifhuis (KPN) en Jeroen Swart (Quintor) een actieve rol vervullen, al vele events georganiseerd. Bijeenkomsten met een divers programma, zonder een vastomlijnd thema. ‘Alle events waren een groot succes’, blikt Albert terug. ‘Zowel wat betreft de deelnemersaantallen als de reacties op de presentaties. We voorzien duidelijk in een behoefte. Daarnaast is het natuurlijk leuk om oud-collega’s en andere mensen met dezelfde beroepsmatige interesse te ontmoeten. Mensen die met dezelfde technologieën, oplossingen en problemen bezig zijn als jij.’ Albert roemt de samenwerking tussen Gasunie, KPN, Quintor en Microsoft. Vier uiteenlopende organisaties met binnen devNetNoord hetzelfde doel: ervoor zorgen dat Noord-Nederlandse .Net professionals nog beter worden in hun vak. ‘Quintor is de katalysator geweest om devNetNoord van de grond te krijgen’, vertelt hij. ‘De organisatie had tenslotte ervaring met soortgelijke initiatieven. Het is een jong bedrijf met een beetje een jonge honden mentaliteit. Door onze gedeelde historie bij Het Net van KPN hebben Vincent en ik veel affiniteit met die instelling. Van de initiatiefnemers is Quintor veruit het kleinste bedrijf. We hebben gemerkt dat je juist zo’n organisatie nodig hebt om de juiste hoeveelheid energie in een initiatief als devNetNoord te pompen.’