Quintor groeit maar door. Het Groningse softwarebedrijf begon 15 jaar geleden met vier mensen en nu telt het 175 werknemers.

Johan Tillema (50) begon tien jaar geleden in een bescheiden kantoor op de Zernike Campus in Groningen met vier medewerkers het bedrijf Quintor. Nu telt de ontwikkelaar van software op maat 175 medewerkers en heeft behalve aan de Groningse Ubbo Emmiussingel vestigingen in Amersfoort, Den Haag, Den Bosch en Deventer.

Banken, energiebedrijven, verzekeraars en overheidsinstellingen vormen de klantenkring van Quintor. Daartoe behoren ABN Amro, ING, DNB, Achmea, Eneco, Enexis, DUO, ministerie van Economische Zaken en het CJIB. ,,Van de crisis hebben we niets gemerkt”, zegt Tillema. ,,We moeten voortdurend ons best doen om te voldoen aan de vraag naar specialisten. Er is steeds reden geweest uit te breiden. We zijn op die manier geleidelijk gegroeid. Zolang er opdrachtgevers bij blijven komen, wil ik doorgroeien.”

De volgende uitbreiding is nabij. Momenteel werft het bedrijf medewerkers voor het kantoor in Deventer, dat dit jaar werd geopend.

Focus

De oorzaak van de gestage groei? ,,Focus”, zegt de oprichter. ,,Wij ontwerpen en bouwen complexe ICT-systemen. En daarbij beperken we ons tot de computertalen Java en .NET. We bedienen eigenlijk een nichemarkt. Daardoor kunnen we een heel hoog kennisniveau vasthouden. Een andere oorzaak van het succes is de werkwijze. Als je vroeger de opdracht kreeg een computersysteem te maken, dan ging je het ontwerpen, ontwikkelen en dan uitproberen. Dan kwam je alsnog allerlei fouten tegen. Als een van de eerste bedrijven zijn we met die manier van werken gestopt. We maken vooraf geen totaalplan meer, maar ontwikkelen de software stap voor stap. Elke drie weken laten we de laatste vorderingen aan de klant zien. Dat geeft een grote betrokkenheid van de opdrachtgever, maar ook de mogelijkheid om nieuwe wensen en inzichten te verwerken.”

Het mislukken van grote ICT-projecten is volgens Tillema vaak op de werkwijze terug te voeren. ,,Meestal zijn er twee oorzaken aan te wijzen: te weinig samenwerking met de opdrachtgever en het ontbreken van de juiste expertise. Als een opdrachtgever ons inschakelt, sturen we niet één persoon, maar een team met zowel de ontwerpers als de bouwers van de software. Alle disciplines zijn vertegenwoordigd.”

Opleiding en summercamp

Om goed werk te blijven leveren, doet Quintor alles aan het kennisniveau van de medewerkers. Wie in dienst komt, volgt een tweejarig opleidingsprogramma, te beginnen met een elf wekende durende masterclass Java, .NET, Front-end, security, Agile analyse of platform engineering. Gedurende de hele carrière volgen de medewerkers opleidingen en trainingen. Een groot deel van het personeel gaat in de zomer in een comfortabele omgeving naar het ‘summercamp’ om zich een week lang te verdiepen in de laatste ontwikkelingen in het vakgebied. Alle relevante congressen en symposia weten zich verzekerd van het bezoek van een delegatie van Quintor.

Tillema: ,,Neem het Devoxx-congres in Antwerpen. Dat is hét evenement waar kennis over Java word uitgewisseld. Daar gaan wij met een man of vijftig naar toe. Dat kost een bak met geld, maar je moet erbij zijn om bij te blijven. Kennis opdoen is de rode draad in ons werk. Mensen die dit werk willen doen, moeten het leuk vinden zich voortdurend te ontwikkelen en nieuwe kennis te absorberen. Dat is inherent aan de ICT-wereld. Die verandert zo snel. Het voordeel van het kennisniveau dat wij hier hebben, is ook dat we relatief heel snel een systeem ontwikkelen.”

‘Een waanzinnig mooi vak’

Op Quintor wordt inmiddels niet meer alleen een beroep gedaan voor het ontwikkelen van softwaresystemen. Tillema en zijn collega’s zijn gewild als spreker op congressen en als gastdocent op universiteiten en hogescholen. Het bedrijf organiseert ook zelf bijeenkomsten, onder meer jaarlijks met KPN, Gasunie en Microsoft devNetNoord over .NET in het Gasuniekantoor.

De oprichter vertelt graag over zijn werk. ,,Het is een waanzinnig mooi vak. En ik ben er trots op dat Quintor zulke complexe systemen ontwikkelt die allemaal goed werken. Grote concurrenten in de markt houden ons echt in de gaten. Maar het is voor hen heel moeilijk om een specialistisch bedrijf als het onze te evenaren.”